zaterdag 5 november 2016

Zwartewoud trekking praktisch

Zwarte Woud als wandelgebied

Heel interessant - wandelaars zijn hier overal welkom. Er lopen een aantal lange-afstandswandelwegen (Fernwanderwege) door het gebied, met de Westweg, de Ostweg, de Schluchtensteig en de hiermee deels samenvallende Querweg als belangrijkste.
Bij de planning was mijn grootste bezorgdheid het vermijden van lange saaie stukken langs min of meer horizontale bosexploitatiewegen door eindeloze duistere pijnboombossen. De combinatie van de mooiste etappes van de Schluchtensteig met de mooiste etappes van de Westweg was de ideale oplossing. Hier vind je de pittigste stukken, waar ik als gedreven bergwandelaar naar op zoek was.

Qua periode zijn het voorjaar en vooral de herfst ideaal. Prachtige kleuren en als het zonnig weer is heb je zalige uitzichten. De zomer is het er eigenlijk te druk en in de winter moet je schipperen tussen gewoon wandelen en langlaufen afhankelijk van de sneeuwhoeveelheden.
Ik koos voor de herfst en had een fantastische wandelervaring.
Opgelet : veel (berg)hotels sluiten van eind oktober tot de kerstperiode.

De markering is enigzins anders dan wat we gewoon zijn op onze eigen GR-paden.
Elke lange-afstandswandeling heeft zijn eigen ruitvormig symbool. Alleen worden deze maar heel spaarzaam op bomen en tussenpunten aangebracht. In de praktijk loop je van kruispunt naar kruispunt. Bij kruispunten zonder wegwijzers ga je rechtdoor. Bij kruispunten met wegwijzers krijg je een hele kerstboom aan opties waarop tientallen mogelijke doelen samen met de afstand (en het tochtsymbool indien van toepassing) je ogen doen schemeren. Eens je het systeem gewoon bent werkt het heel vlot.
Laat je (zeker op de hoger gelegen etappes) niet afleiden door de markeringen voor langlaufers of snowshoers.

De meest complete website met wandelinformatie is https://www.schwarzwald-tourismus.info. Ze bevat o.a. een heel uitgebreide beschrijving van iedere etappe, met aanduiding van de bushaltes en hotels op en dicht bij de wandelroute, aanbieders van complete pakketten, van bagagetransport enz.
Ik gebruikte delen van deze routes : 
Westweg : Pforzheim - Basel (12 à 13 etappes) (laatste drie dagen van de tocht)
Ostweg : Pforzheim - Schaffhausen (10 etappes) (eerste dag van de tocht)
Schluchtensteig : 6 etappes met vooral Wutachslucht en Schluchtsee (eerste drie dagen van de tocht)
Querweg : Freiburg - Bodensee (8 etappes)

Kaarten : op de GPS kwam de Alpen-kaart van Openstreetmap. In de rugzak enkele kaarten van de Freizeitskarten Baden-Würtenberg namelijk F509 (Waldshut-Tiengen) en F508 (Lörrach). Die gaven een goed overzicht maar waren met hun 1:50 000 te weinig gedetailleerd.

GSM : ongeveer de helft van de tijd geen bereik. Vooral in de Wutachschlucht is er niets. Ik vond het merkwaardig dat veel hoge toppen vol staan met telecom-apparatuur, maar dat er in de berghotelletjes geen 3G en amper bruikbare WiFi is.

Bereikbaarheid

Met de auto ca. 7 uur rijden vanuit Vlaanderen.
Met de trein een stuk vlugger : TGV naar Strassbourg of TGV-Lyria naar Basel en van daaruit vlot (minimaal 1 keer per uur) naar de start- en eindpunten van deze wandelroute.

Binnen het Zwarte Woud kan je in de praktijk altijd gratis de bus of de lokale treinen nemen met de Konus-kaart. Deze krijg je vanzelf bij het aanmelden in hotel of camping.  

Etappes

De afstanden zijn zoals ik ze zelf gelopen heb. Deze zijn 5 - 10% langer dan de beschreven route, omdat ik het niet kan laten om allerlei zijsprongetjes en extra's in te lassen.

Dag 1. Schaffhausen - Achdorf : 25 km + 1100 m

Ostweg + afkorting over lokale paden. 
Schaffhausen wordt per trein het vlotst bereikt via de Deutsche Bahn (en niet via Zwitserland). Overnachting in de jeugdherberg, een prachtig gelegen 16° eeuws kasteeltje midden in een park. De normale manier om vanuit Schaffhausen het langeafstandsnetwerk van het Zwarte Woud te nemen is de Ostweg. Deze maakt een nodeloze omweg door Stühlingen waardoor de etappe te lang wordt voor 1 dag en te kort voor 2 dagen. 
In plaats daarvan nam ik aan de Randenturm de afdaling naar Beggingen en het smokkelpad naar Grimmelshofen om daar terug op de Ostweg aan te sluiten.
Hoogtepunten van de tocht :
- de uitzichten op de top van de Randen met vooral de Randenturm
- de smalle paadjes in de kalksteenrotsen in de Wutachkloof tussen Grimmelshofen en Achdorf

Overnachting in Scheffelinde. Behoorlijk wandelvriendelijk, maar er zijn betere adressen (die toe of volgeboekt waren zoals Haus Gisela en een Tibetaans aandoende B&B/slaapzolder die ik pas ter plaatse ontdekte)

Dag 2. Achdorf - Schattenmuhle : 25 km + 925 m

Schluchtensteig + extra lus over lokale paden.
Deze korte etappe kan je gemakkelijk wat aanrijken met een extra lus.
In 2016 lag die voor de hand : vlak na de samenvloeiing met de Gauchach was de gewone route afgesloten. Dus in plaats van het saaie alternatief over boswegen koos ik voor de veel uitdagender Gauchachslucht + Engeschlucht om Bachheim te bereiken. Vandaaruit opnieuw verder met de Schluchtensteig.

Hoogtepunt van de tocht : zodra je de brede vallei in Achdorf achter je laat is dit één aaneenschakeling van interessante stukken.

Overnachting : er is maar één hotel in de kloof en dat is ook nog eens heel vriendelijk en goedkoop. Geen twijfel mogelijk : Schattenmühle.

Dag 3. Schattenmühle - Titisee : 26 km + 1075 m

Schluchtensteig + Querweg.
De eerste helft van de etappe volgt verder de Schluchtensteig.
Een stop aan een supermarkt mag niet ontbreken. Ik koos voor Lenzkirch, maar eigenlijk is het logischer om de inkopen te doen in Titisee. Dus na Lenzkirch deed ik een doorsteekje naar de Querweg (terwijl ik die een kilometer of 2 voor Lenzkirch ook had kunnen nemen).
Hoogtepunten :
- de Rauberschlose rots die indrukwekkend recht boven de Wutach uittorent
- het uitzicht van de top van de Hochfirst (als het mooi weer is natuurlijk).
Het pad langs de Titisee viel erg tegen. Veel te druk en het meer zit veel te vaak verstopt achter struiken.
Overnachting : mogelijkheden zat. Ik koos voor de jeugdherberg in Titisee.

Dag 4. Titisee - Todtnauberg : 23 km +1050 m

Westweg + extra lokale lus.
De tiende etappe van de Westweg wordt in de topo's geroemd als "de Koningsetappe". Dat is eigenlijk gewoon zeggen dat hij aan de erg zware kant is en dat er geen tijd is voor de langere maar veel interessantere variante langs de Feldsee - Karl Egon Weg - Seebück.
10° en 11° etappe van de Westweg worden dus over drie etappes herschikt.
De overnachting is in de jeugdherberg van Todtnauberg. Ideaal gelegen, bovenaan dit skidorpje, minder dan 2 km van de Westweg verwijderd.
Hoogtepunten :
- de Feldsee
- de machtige open kam van Seebück - Feldberg - Stübenwasen

Dag 5 : Todtnauberg - Haldenhof : 26 km +900 m

Westweg + extra lokale lus op het einde.
Supergemakkelijk routeverloop (behalve op de top van Belchen waar heel wat paden afgesloten zijn wegens erosieproblemen). Deze etappe was wat aan de korte kant maar een bijkomende lus op de top van Belchen of een bezoekje aan het meertje bij Nonnenmatweiher zijn interessante extra's (die laatste kan ook bij de start van de volgende dag).
Hoogtepunten :
- de afdaling naar Wiedener Eck
- Belchen.
Het hotelletje van Haldenhof ligt gewoon op de Westweg. Niet direct het goedkoopste maar wel wandelvriendelijk.

Dag 6 : Haldenhof - Kandern : 23 km + 700m

Westweg
Opnieuw geen gedoe om de route te vinden. De route volgt er vaak paden parallel met de bosexploitatiewegen, maar je vindt er het Westwegsymbool om de paar tientallen meter, zoals bij de GR-paden bij ons.
Het hoogtepunt is natuurlijk de top van Blauen. Maar mis ook de ruïne van Sausenburg niet.
In Kandern zijn er massa's mogelijkheden om te overnachten.

Dag 7 : Kandern - Lörach - Basel

Westweg.
Korte etappe door opnieuw een heel ander soort landschap. Lager gelegen, dichter bij dorpen, hier en daar een wijngaard en op het einde langs een rechtgetrokken rivier.
Een ideale halve dag wandeling vooraleer je in Lörach de trein naar het station van Basel neemt en verder naar huis.
Ik besloot uiteindelijk om deze etappe te laten vallen.



vrijdag 28 oktober 2016

En toen was er licht

Haldenhof - Kandern. Een mooie afsluiter van deze wandelweek. Met absoluut hoogtepunt het uitzicht vanop Blauen over de wolkenzee die heel Zwitsers Mittelland en heel de Rijnvallei bedekte en waar Alpen, Jura en Vogezen scherp boven uitstaken. Helder zicht 150 à 200 km rondom.
In de afdaling werd ik ook nog eens verrast door een Middeleeuwse ruïne Sausenburg die nu een uitkijktoren is.

donderdag 27 oktober 2016

Het is hier pas echt mooi weer als je de Alpen ziet.

Het weer is al de hele tocht vrij goed. Op wat mist en één keer een bui na is het de hele tijd heerlijk droog en windstil wandelweer. Maar vandaag werden we echt verwend. Al bij het ontbijt in de Jeugdherberg van Todtnauberg was het genieten van een prachtige zonsopkomst. De route volgt min of meer de hoofdkam van het Zwarte Woud en tussen de bomen piepten af en toe de Vogezen of de Alpen, zo'n 150 km verderop, erdoor.
In de namiddag veranderde tocht van karakter. De gewone afwisseling van bos met hoogteweiland maakte plaats voor een echte berg met rotshellingen en smalle paadjes vol haarspeldbochten: Belchen. De namiddag bracht mooiweerwolken mee wat een heel bevreemdende sfeer gaf. Droge mist, beter valt het niet uit te drukken.
In de afdaling raak ik in gesprek met iemand van hier. Hij vond het maar niks die wolken ; echt mooi herfstweer is als er een inversie is en de Alpen de hele dag zichtbaar zijn. Morgen misschien ?
Na aankomst in Haldenhof, een hotelletje bij een naamloze bergpas boven Bollen verken ik nog even de Nonnenmattweiher. Een gletchermeertje net zoals de Feldsee gisteren, maar met iets speciaals nl. een groot turfeiland. Dat ontstond toen men het kleine meertje wou vergroten en men de waterstand verhoogde. Het hele turfpakket kwam daarop los en ging drijven.

woensdag 26 oktober 2016

Zon en mist op het juiste moment

Titisee - Todtnauberg
In Titisee merk je maar al te goed dat je bent aangekomen in het toeristische stuk van het Zwarte Woud. De Jeugdherberg ligt gelukkig helemaal apart buiten het centrum. 
De volgende dagen volg ik de Westweg, een lange afstandpad langs de Westrand van heel het Zwarte Woud, zo'n 280 km lang. Ik volg alkeen de laatste etappes en het pad blijft steeds op de hoofdkam, weg van de drukte. 
Op de middag wijk ik af, naar de Feldsee, een prachtig gelegen gletsjermeer. Nadeel is dat je daarna even door het skistation moet op weg naar de Feldbergtop, de hoogste van het Zwarte Woud. Geen probleem, heel die toeristenval zat verborgen in een dichte mistprop. 
Maar boven op de Feldbergtop klaarde alles open en was het zalig genieten van het zonnetje. Schitterend geregeld. Windstil en zon op de Feldberg (met net geen 1500 m de hoogste top van het Zwarte Woud) : dat gebeurt maar heel af en toe op deze plek, die kou- regen- en windrecords aaneenrijgt.  

dinsdag 25 oktober 2016

Ach ach ach het begin van de Ach

Schattenmuhle - Lenzkirch - Titisee.
De tocht begon weer direct met de Wutachkloof. Vandaag geen kalkrots maar zandsteen, eventjes porfier en dan graniet. Gisteren was het vooral kalk en 's morgens een zachte laag en eergisteren Jura-kalk. Die opeenvolging zorgt ervoor dat de kloof er telkens anders uitziet.
Tegen de middag moet ik kiezen. Ik ben bij het begin van de Wutach (de "woedende" Ach) gekomen ; die onstaat waar de Haslach en de Gutach (de "goede" Ach) bij elkaar komen. Ik kies voor de Haslach, veel minder verkeerslawaai. De route volgt deels de kloof en deels een oude spoorweg die nu een fietspad is. Na Lenzkirch domineren de donkere commerciële dennebossen. Het Zwarte Woud moet toch ergens zijn naam vandaan hebben, toch? Alles samen doet het me denken aan onze Oostkantons.
En ik leer dat ook rond Lenzkirch de ene na de andere watermolen is afgebrand of verwoest door de rivier. Blijkbaar een streektraditie.
Het laatste deel van de tocht ziet er op papier veelbelovend uit: mijn eerste Zwartewoud-top. Maar boven op de Hochfirst is er niks anders dan mist te zien.
Beneden bij het pad langs de Titisee begint het te schemeren. Maar ik ben nog op tijd in de Jeugdherberg voor het avondmaal.

maandag 24 oktober 2016

Kloof, kloofje, KLOOF

De Wutachschlucht is door de Duitsers gekozen tot de tweede mooiste wandeling van heel het land. Bij dit prachtige herfstweer wil ik ze zeker gelijk geven. 
Bij de start in Achdorf is daar nog niks van te merken. In plaats van de "wildromantische kloof" is er een breed dal. De eerste kilometers gaan heel gezapig door een dorpje en dan door brede boswegen. Het begint pas interessant te worden na de grote zagerij (nu elektrisch, vroeger met waterkracht) van Wutachmuhle. Alhoewel, bijna onmiddellijk worden we weer uit de vallei gestuurd "Sperrung - Erdrutsch". Ik ben ze even gaan bekijken: er is een heel stuk rotswand naar beneden geschoven en de klei/leem eronder spoelt bij iedere regenbui naar omlaag. Het pad is geblokkeerd door een zich steeds hernieuwende strook drijfzand-blubber van 0.5 - 1 m diep en 50 m breed. 
Niet getreurd, de omweg langs de Gauchachkloof en het kleine muisstille (geen beek) Engenkloofje was perfect. Maar technisch wel uitdagend. Net toen ik bedacht : ah eindelijk een breed vlak stuk waar ik geen enkel risico loop als ik uitglijd... lag ik languit op mijn zij in de modder. Bon, vanavond een wasje doen.
Na Bachheim gaat het weer langs de Wutach. 9 km non stop genieten van een steeds wisselend landschap. Steile rotsen, hier en daar een waterval, gouden bossen. Het pad soms vlak langs de rivier en soms 50 m hoger.
Naar het einde van de dag (nog niet van de Kloof - die gaat morgen verder) drie nederzettingen. Twee zijn volkomen verdwenen: een brand en 30 jaar natuur, dat volstaat. Bad Boll - tussen 1880 en 1914 een toplocatie voor dure Engelse toeristen : van heel dat kuuroord staat alleen de kapel er nog. Dietfurt, al vóór de Romeinen in gebruik omdat dit de enige plek is waar de rivier kan gekruist worden zonder brug maar met een voorde... Na lang zoeken vond ik de fundering van de watermolen.
Gelukkig is het derde gehucht er nog. Ik overnacht in Schattenmühle. Het kon ook anders gelopen zijn want een paar jaar terug is ook hier alles afgebrand. Maar in een paar maand stond het er terug.
(De naam komt van het Duitse woord voor schaduw. In de winter komt de zon immers niet tot diep in de Kloof).

zondag 23 oktober 2016

A walk in the park? Of niet.

Schaffhaussen - Achdorf was een wandeling met twee gezichten.
Schaffhausen is een klein stadje omringd door een eigen kalksteen-massiefje - de Randen, en dat alles als een zeepbel bovenop Zwitserland geplakt, aan de "foute" kant van de Rijn.
De tocht liep er langzaam omhoog door iets wat leek op een mega-golfbaan. Zachtglooiende kortgemaaide weilanden die zich slingeren door een beuken- en eikenbos in gouden kleuren. Met op de top van de Randen een uitzicht tot aan de Alpen. Zalig.

Eens de grens over, bij Grimmelshofen, ging het heerlijk ruig door de flank van de diep uitgesneden Wutachschlucht. Laveren onder en ook vaak op richeltjes dwars door een kalksteenwand met heerlijk mysterieus-mistige uitzichten. Die kloof volg ik morgen en overmorgen nog verder.
Tot aan bijna het einde van de IJstijd liep de Wutach heel kalm meanderend over het plateau richting Donau. Dan verlegde de rivier de loop richting Rijn, die 300 m lager ligt. Het resultaat: een enorme erosie die nog altijd zichtbaar doorgaat.

De kers op de taart was de museumtrein. De Duitsers vonden dat de omweg van de trein door het Zwitserse Schaffhausen echt niet kon en legden een spectaculaire spoorweg aan met tunnels en viaducten die zich kronkelend als een slang langzaam omhoog werkt over de 300 m hoogteverschil. Een aantal zondagen per jaar rijdt de oude stoomtrein er uit en toevallig ook vandaag.